- gevolg
- {{gevolg}}{{/term}}1 [wat uit iets volgt] 〈vaak ongunstig〉 consequence ⇒ 〈vaak gunstig〉 result, 〈uitwerking〉 effect, 〈uitwerking〉 outcome, 〈goed〉 success2 [personen die iemand begeleiden] retinue3 [wiskunde] corollary♦voorbeelden:1 financiële gevolgen • financial implicationsmet goed gevolg examen doen • pass an examiets doen met goed gevolg • do something successfullyde gevolgen aanvaarden • accept the consequencesgevolg geven aan een uitnodiging • accept an invitation〈juridisch〉 geen gevolg geven aan een zaak • not take a matter (in)to courtaan een besluit gevolg geven • carry out a decisiongevolg gevend aan de oproep • in response to the appealgevolg geven/gevend aan een bevel • obey/in obedience to an ordergevolg geven/gevend aan een opdracht • carry out/according to instructionsdie zaak zal nog gevolgen hebben • we haven't heard the last of this (matter)geen gevolgen hebben • have no effect(geen) nadelige gevolgen hebben voor iemand • have (no) adverse effects on someonegeen nadelige gevolgen van iets ondervinden • suffer no ill effects from somethingvoor de gevolgen opdraaien • pay the penalty (of)met alle gevolgen van dien • with all its consequencesten gevolge/tot gevolg hebben • result inde gevolgen ondervinden van • suffer the consequences ofhet gevolg zijn van • be the result ofde gevolgen zijn voor jou(w rekening) • you must take the consequencesmet als gevolg, met het gevolg dat • resulting in, with the result that2 zonder gevolg • unattended
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.